In Finland weet men al hoe om te gaan met de overmatige hitte van datacenters: het omzetten in stadsverwarming

Helsinki wendt zich tot datacenters om de decarbonisatie van zijn verwarming te bevorderen, waarbij de restwarmte van servers wordt benut. Deze innovatieve aanpak reageert op de toenemende energiebehoefte van de digitale wereld, inclusief het trainen van AI-modellen en internetverkeer. De Finse hoofdstad zet deze thermische output, die groeit met de digitale economie, nu om in warmte voor tienduizenden huizen. Datacenters, historisch bekend om hun aanzienlijke warmtegeneratie en koelbehoefte, worden nu anders bekeken. Bedrijven als Equinix, Telia en Elisa werken samen om overtollige warmte aan het stadsverwarmingsnetwerk van Helsinki te leveren. Het model is al meer dan tien jaar getest, met proefprogramma's die in 2010 van start gingen. Eén datacenter kan tot 20.000 huizen verwarmen, volgens officiële cijfers van Helen. Dit initiatief transformeert de stedelijke verwarmingspraktijken. De fabriek van Telia recupereert bijvoorbeeld momenteel tot 90% van de warmte die door zijn servers wordt geproduceerd, genoeg om 14.000 appartementen te verwarmen, en zou dat aantal de komende jaren kunnen verdubbelen. Dit vertegenwoordigt een verschuiving in de manier waarop stadsverwarming wordt opgevat. In plaats van de warmte af te voeren, wordt deze hergebruikt. Het geavanceerde stadsverwarmingssysteem van Finland, een netwerk van pijpen dat warm water naar gebouwen distribueert, is essentieel voor deze innovatieve aanpak. De infrastructuur van het land maakt het mogelijk om digitale warmte te gebruiken voor stadsverwarming. Dit project is een stap in de richting van een circulaire economie voor digitale infrastructuur.